Broeder Dirk verwijst naar Mattheüs 9:37 en 38.
Het gaat daar over arbeiders uitzenden in Zijn oogst. De vraag is nu wat verstaat de Schrift onder “de oogst”?
In Matt.13:39 lezen wij: En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.
De engelen en het maaien lezen we in:
Opb.14:15 En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden.
16 En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.
17 En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel.
18 En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep, tot dengene, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel, en snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp.
19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed de druiven af van den wijngaard der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak des toorns Gods.
20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadiën ver.
In Matt. 9:23 lezen wij: Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israëls niet geëindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.
De uitgezonden discipelen mochten niet naar de heidenen en Samaritanen gaan, de uitzending hier betrof alleen de verloren schapen van het huis Israëls. Strikt genomen zijn dat de tien stammen, die op dat moment niet in het land waren, maar in de verstrooiing.
Voordat zij de reis door de steden Israëls geëindigd hebben komt de Zoon des mensen.
Wanneer komt de Zoon des mensen?
Mt 24:30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Dit is aan het einde van de 70 ste week van Daniël. Zie Dan.9.
Dat betekent toch dat de opdracht uit Matt.9:37,38 plaats vindt vlak voor de komst van de Zoon des mensen. Het is de oogst.
Vooraf aan de oogst zijn er de eerstelingen (eerstgeborenen), die worden gevonden in de Gemeente der eerstgeborenen.
Heb 12:23 Tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen;
Ro 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, ((aan)stelling tot zonen) namelijk de verlossing onzes lichaams.
Jak 1:18 Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.
Na de opstanding van de Here Jezus tot de opname van de Gemeente wordt de Gemeente verzameld uit de heidenen.
Hand. 15:14 Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te nemen voor Zijn Naam.
15 En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is:
16 Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten.
17 Opdat de overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.
18 Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.
De velden zijn nu niet wit maar de enkeling wordt behouden.
Daarom zegt de Heer:
Lu 18:8 Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?
Die toestand wordt steeds meer werkelijkheid, een teken dat de Heer spoedig komt.
baruch